De Kamer hield in het afgeloopen jaar 11 Vergaderingen waarin werden ter tafel gebragt en behandeld de ingekomen stukken onder n°. 1 tot en met 84 in het daarvoor bestemde register ingeschreven. Onder de punten, in die bijeenkomst be handeld en tot beslissing gebragtbehooren de volgende. 1°. Naar aanleiding der bezwarendoor een der leden geopperd tegen de wijze van aanbesteding, door de Nederlandsche Handel maatschappij, van de leveringen ten dienste van ’s Rijks Overzeesche bezittingen werd aanvankelijk een adres aan den Heer Minister van Koloniën ontworpen. Alvorens dit adres in te dienenhet welk hoofdzakelijk was gerigt tegen de bepalingenvoorkomende in art. 3,11, 12 en 18 der voorwaarden van aanbesteding,werd besloten om die bezwaren te onderwerpen aan het oordeel van de Kamers te Amsterdam.LeydenTilburg en Enschede'met verzoek om mededeeling van haar gevoelenin hoe verre er voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken aanleiding bestondom ter zake eenige stappen bij de Hooge Regering te doen. treffende de Kamers van Koophandel en Fabrieken (Staatsblad n°. 142 vau 1851) met het lidmaatschap der Kamer onvereenig- baar is. Zij werden als zoodanig opgevolgd door de Heeren J. A. Keürenaek en J. F. Mansvelt Beck. De Heer Mr. J. Kappeyne van de Coppello zag zich, door zijne steeds toenemende werkzaamhedengenoodzaakt gevolg te geven aan een reeds vroeger geopenbaard besluitom de betrek king neder te leggen van Secretaris der Kamerdie hij van hare oprigting af met eere had vervuld. Het is ons eene behoefte, hier openlijk hulde te brengen aan de verdiensten van den Heer Kappeyne, wiens veelomvattende kennis, helderheid en juistheid van inzigtendoorstraalden in de adviezentot het uitbrengen waarvan de Kamer werd geroepenen die zich steeds met naauw- gezetheid en warme belangstelling kweet van zijne gewigtige taak. Ter vervanging van den Heer Kappeyne van de Coppello, wienop zijn verzoek, met ingang van 1 April 1867 eervol ontslag werd verleend, werd tot Secretaris benoemd de Heer A. van dek Velde Az., Commies, Chef der 1ste Afdeeling ter Provinciale Griffie van Zuid-Holland.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 266