31
van den Heer Frederik Everardinus van Bunge, In
specteur van politie 2de klasse, tot Inspecteur der 1ste
klasse
van den Heer Pieter Merts, dienaar van politie 1ste
klasse, tot Inspecteur van politie 2de klasse titulair.
Omtrent de dienst wordt als algemeene opmerking
medegedeeld, dat op de behoorlijke verrigting daarvan
zooveel mogelijk wordt toegezien, onder toekenning van
buitengewone belooningen voor bijzondere bewijzen van
activiteit, terwijl daarentegen de nalatigen werden ge
straft.
De behoefte aan uitbreiding van het politiepersoneel,
waarop in het vorig Verslag werd gewezen, doet zich
evenwel meer en meer gevoelen enwil men in de veel
vuldige en steeds toenemende diensten op voldoende wijze
blijven voorzien, zal het tijdstip spoedig aanbreken dat
die uitbreiding moet plaats hebben.
Ten gevolge der vermeerdering van het getal Commis
sarissen van politie is de Stad, zonder Scheveningen
thans verdeeld in twee polilie-afdeelingenbij verdere
uitbreiding zal het ook noodig zijnin iedere afdeeling
een politiebureau te vestigen, welke voorziening voor
zeker in het belang der ingezetenen zou wezen.
De algemeene toestand der politie kan als voldoende
worden geacht, aangezien wederom op eene aanzienlijke
vermindering in het aantal vergrijpen jegens den eigen
dom, waarvan aan de politie mededeeling is gedaan,
kan worden gewezen, terwijl die vergrijpen dan nog de
ontvreemding van voorwerpen van luttele waarde betroffen.
Ten dien opzigte schijnt deze Gemeente een bijzonder
voorregt te genieten, want om een diefstal van eenig
belang te kunnen vermeldenzou men eenige jaren moe
ten teruggaan.