50 L De Koninklijke Muzijkschool, bekostigd door het Rijk, de Provincie en de Gemeente gezamenlijk, verdient in deze afdeeling in de eerste plaats vermelding. Wij moeten de bijzonderheden daaromtrent evenwel onlleenen aan het verslag, hetwelk door de Commissie van loezigt overeen komstig het reglement jaarlijks aan den Minister van Binnenlandsche Zaken wordt gedaanen achten het daarom beter, dat verslag in zijn geheel als Bijlage X op te nemen dan hier alleen de gevraagde statistieke opgaven te laten volgen. De Gemeente verstrekt voor deze inrigting de gevorderde localen en verleent haar bovendien een subsidie van f 1200 ’sjaars. Ook ten aanzien der Academie voor beeldende kunsten, waarvan reeds melding werd gemaakt in de afdeeling IV zij het ons geoorloofd te verwijzen naar het daaromtrent aan ons door den Raad van Bestuur dier Academie toe gezonden verslag over het academiejaar 1867, opgenomen als Bijlage Y. Aan die Academie zijn verbonden een Directeur en 13 onderwijzers. Het aantal leerlingen, onderwijs genietende, bedraagt 288. Het voorschrift des Verslags verlangt slechts om de vijf jaren berigt omtrent de Bibliotheken, de Verza melingen en tentoonstellingen van kunstvoortbrengselen enz., de Volksbibliotheken en Leesinrigtingen en de Maat schappijen, genoolschappen en vereenigingen ter bevorde ring van kunsten en wetenschappen; wij kunnen dus volstaan met de herinnering dat de opgave van al die instellingen enz. opgenomen is in het Gemeenteverslag van 1866, pag. 61 en 62, terwijl ons alleen nog de vermelding ver zocht is van de VereenigingKennis is magtopgerigt in de maand November 1865, welke Vereeniging tol doel VIII. KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1867 | | pagina 56