De Commissie van bijstand in het beheer van
het Gemeentebadhuis te Scheveningen
J. P. Vaillant,
Voorzitter.
C. Seelenhorst,
Secretaris.
breiding, die het etablissement verkregen heeft, zeer is verzwaard
en ook bij het bestaan dier omstandigheden bijzonder hare tevreden
heid hebben weggedragenzij mag tevens niet onvermeld laten
dat aan de goede maatregelendie ten aanzien van het baden
door den Badmeester zijn genomen, grootendeels is toe te schrijven
dat gedurende het badsaizoen geen enkel ongeluk is te betreuren
geweest.
Ten slotte ziet de Commissie zich genoodzaakt te vermelden
dat op hare boeken een post van ontvang, groot 166.25wegens
kamerhuur en vertering, onvoldaan is gebleven. Omstandigheden
van bijzonderen aard hebben haar verpligt van alle middelen van
invordering, behalve eene beleefde correspondentie, door den Direc
teur gevoerd, af te zien.
Het aanbod van betaling van een veel minder bedrag (ƒ59.50),
in strijd met eene schriftelijke toezegging voor het geheel, heeft
de Commissie gemeend niet te kunnen aannemen. Zij beschouwt
thans dien post als oninbaar.