n
H
tt
tf
M
H
Patiënten.
735 i
144
821
163
725
180
met
u
2de
Iste
2de
Iste
2de
In 1866 had de lste afdeeling
H H
1867
n f
1868
U H
De sterfte-verhouding
voerige mededeeling gedaan, maar de bouwstoffen daartoe ont
braken voor een groot deel mijdie in het gasthuis kwam
toen reeds vele zieken waren verpleegd en vertrokken. Later
hoop ik te doen, wat dit jaar onmogelijk is.
Het getal zieken, vergeleken met dat van vorige jaren, was
niet groot. Men bedenke dat in dit jaar geene besmettelijke
ziekten heerschten, die het gasthuis doorgaans bevolken. De
Cholera werd niet ingevoerd in ons land; de typhus nam geen
epidemisch karakter aan. Het vorige jaar gaf 14 choleralijders
en 62 typhuszieken ter verpleging aan het gasthuis, terwijl in
1866, 148 cholera-patienten werden verpleegd.
Het getal verpleegdagen is grooter dan dat van vorige jaren
Vcqileegdagen.
29940
9176
33303
10004
37512
9598
daarentegen is in 1868 gunstiger dan
die van vorige jaren. In 1866 (de cholera-patienten niet mede-
gerekend) was het sterfte cijfer 11.90 procent. Dit cijfer gaf
den vorigen Geneesheer-directeur aanleiding om in zijn verslag
op te nemen o. a. het volgende:
k De gehalte der behandeling laat zich eenigzins beoordeelen
n naar de verkregen resultaten. Laat men de cholera als een
buitengewoon en zeldzaam voorkomende ziekte buiten reke-
ningdan hebben wij eene sterfte gehad van 11.90 procent.
In het verslag van het Wiener Allgemein Krankenhaus (in een
der vorige regelen van het verslag genoemd een uitstekend
zz ziekenhuiswaarin de meesters der wetenschap de behandeling
zz der zieken voerenbijgestaan door een tal van hulpgenees-
zz heeren)wordt de gemiddelde sterfte over tien jaren opgegeven
zz als 13.8 procent. Onze verhouding is gunstiger.
In 1867 was de sterfte 12.09 procent. In 1868, 8.82 procent.
Zou deze gunstige verhouding verkregen zijn als het aantal ver
pleegdagen minder groot was geweest Het verband wordt dui-