’s Gravenhage, den 2den Maart 1869.
De Plaatselijke Schoolcommissie te 's Gravenhage, heeft de
eer U bij deze verslag te geven over den toestand van het
Lager Onderwijs in deze Gemeente over 1868.
Indien dit Verslag later ingediend wordt, dan bij de wet
bepaald is, zoo is daarvan de reden, dat eerst den llden Ja
nuari) 1869 de door de hoofdonderwijzers in te vullen tabellen
ontvangen zijn.
Het is wenschelijk dat die tabellen steeds vóór half Decem
ber bij de Schoolcommissie inkomen, daar anders de tijd ont
breekt om vóór 1 Maart van het volgende jaar het Verslag
met de Bijlagen gereed te hebben.
Algemeene beschouwingen.
De toestand van het Lager Onderwijs in deze Gemeente was
gedurende 1868 gunstig: in het algemeen kan gezegd worden,
dat de onderwijzers, zoowel der openbare als der bijzondere
scholen, ieder in zijn kring, daartoe zooveel mogelijk hebben
bijgedragen. Het is bevreemdend, dat niettegenstaande de be
volking van ’s Gravenhage steeds vermeerdertin de laatste
jaren wel bijzondere scholen voor meisjes, benevens voor min
vermogenden of behoeftigen, maar niet voor jongens uit den
fatsoenlijken stand opgerigt zijn. Ondertusschen is aan laatst
genoemde, mits goed ingerigte, scholen steeds meer behoefte,
naarmate op sommige bestaande scholen het getal leerlingen
in evenredigheid van dat der onderwijzers te groot wordt.
In het belang van het openbaar onderwijs zijn verschillende
maatregelen genomen, waarop in dit Verslag nader zal terug
gekomen worden.
Het onderwijzend personeel op de scholen te ’s Gravenhage
Bijlage P.