meerdere!te weten met die in het Slop de drie Boeren, staande
onder het beheer van bijzondere personen.
Die school bestond reeds sedert langen tijd, doch is door
eene toevallige reden in 1854 bij de invoering van het Provin
ciaal Reglement niet kunnen erkend worden. Bestuurderessen
hebben in 1868 aan dien onwettigen toestand een einde gemaakt
en heeft de Plaatselijke Schoolcommissie vermeend daartoe zoo
veel doenlijk behulpzaam te moeten zijn.
Den 31sten December 1868 bestonden alzoo hier 5 Gemeente-
bewaarscholenwaarvan 1 te Scheveningenen 12 bijzondere.
Uit de mededeelingen van de Subcommissiën over de bewaar
scholen is ons gebleken, hetgeen ons reeds bekend was, dat
het onderwijs, hetwelk aan de helpsters en kweekelingen der
Gemeente-bewaarscholen gegeven wordt, te wenschen overlaat.
De Subcommissiën zijn, zooals zij ons berigten, door Burge
meester en Wethouders gemagtigd om maatregelen voor te
dragen ten einde in die normaallessen voor meisjes veranderingen
voor te dragen.
Het onderwijzend personeel, verbonden aan de Gemeente-
bewaarscholen, bestond den 31sten December 1868 uitöbewaar-
schoolhouderessen21 helpsters en 21 kweekelingen. Het getal
der toegelaten kinderen bedroeg 2235, waarvan 1079 jongens
en 1156 meisjes.
Aan de bijzondere scholen waren den 31sten December 1868
werkzaam 1 hoofdonderwijzer en 11 bewaarschoolhouderessen
met 8 helpsters en 50 kweekelingen. Het getal kinderen aldaar
toegelaten bedroeg op voormelden dag 2112, of 1023 jongens
en 1089 meisjes.
Ondertusschen moet opgemerkt worden, dat Mejufvr. Kaspee,
geboren Goltebman, hoewel vroeger van de opening harer
school kennis gegeven hebbende, voor alsnog geene leerlingen
op hare school heeft.
Hetgeen in de vorige verslagen omtrent de onwettig bestaande
kleinkinder- en matressenscholen gezegd is, blijft steeds van
toepassing.
In 1868 zijn door de Plaatselijke Schoolcommissie uitgereikt
4 acten van algemeene toelating van bewaarschoolhouderesse