medewerking tot de voorgenomen schikking verkregen: doch met hoeveel spoed en voortvarendheid wij het beraamde plan zochten te volbrengen, stond het onderwijs in de Engelsche taal gedurende ruim zes weken geheel stilnadat het reeds ten gevolge der afhemende krachten van den sukkelenden leeraar veel had verloren. Lieten derhalve de vorderingen in de meeste klassen veel te wenschen over, het is toch aan de ijverige pogingen van den opgetreden leeraar gelukt het gemis te ver goeden; de onverdroten inspanning van den onderwijzer heeft verdubbelde vlijt bij de leerlingen opgewekt. Insgelijks werden de lessen in de Fransche en Hollandsche taal gedurende drie maanden afgebroken, door eene ernstige ongesteldheid van den heer Dirksen eene stoornis die inzonderheid nadeelig werkte voor de leerlingen der 1ste klasse, omdat volledige aanvulling der openstaande uren door andere leeraars in beide talen (de heeren Chatelain en ten Brink), hoe bereidvaardig ook tot hulpbetoon, niet mogelijk was. Bedenkelijker nog in gevolgen voor de hoogere klassen was de geringe vrucht van de lessen in de werktuigkunde en kosmographie te bespeuren: hetzij dan dat gemis aan tact en gave van voordragt bij den nu ontslagen leeraar, of moedwil en weinige opgewektheid van den kant der jongelieden het meeste aandeel hadden in dit onvoldoend resul taat zooveel is zekerdat de bedoelde leeraarzelf misnoegd over zijne vruchtelooze bemoeijingen en verdrietig over de tegen werking en klimmende wanorde bij het lesgevenzich liet overhalen den ongelijken kamp niet langer vol te houden. Hij verzocht en verkreeg eervol ontslagin te gaan met het einde van den cursus, in Julij jl. In zijne plaats werd bij Raadsbesluit van 18 Augustus benoemd de heer H. B. van Daalen, destijds te Delft, woonachtig, doch gunstig bekend door tijdelijke waar neming van eene vacerende betrekking aan de burgerscholen te Haarlem, waar men in zoo hooge mate was ingenomen met de gebleken bekwaamheid en leermethode van dezen docent, dat aan zijne vaste aanstelling reeds gedacht werd. Bovendien scheen ons genoemde leeraar aanbevelenswaardigomdat hij door stipte handhaving van orde en tucht de regte man was om aan onze school te herstellen wat verslapt en losgelaten was. Wij heb-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 133