beu allen grondomna de ondervinding der laatste maanden
ons te verheugen over uwe keus: de benoemde is allezins be
rekend voor de hem opgedragen taak, en het verzwakt gezag
is ongemerkt hernomen. Ook worden door het gezet onderwijs
in de scheikunde en de natuurlijke historie allengs de sporen
uitgewischt van vroegeren stilstand en gebrek aan oefening.
Het laatstgenoemde studievak, aanvankelijk voor den leeraar-
zelven een nieuw te ontginnen gebied, bezit voor knapen en
jongelingen, op den leeftijd van onze scholieren, eene eigen
aardige aantrekkelijkheid: oor en oog staan evenzeer open bij
het ontdekken van de wonderen der dierenwereld en van de
wetten der natuur. Bij al den ijver van deze en de overige
leeraarsvan welke wij gaarne met lof gewagenwas toch
versterking van het onderwijzend personeel volstrekt noodig,
zoodra de splitsing van sommige klassen door het overgroot aan
tal leerlingen gevorderd werd. Wij aarzelden dan ook niet,
kort na de toelating-examens een voorstel aan Burgemeester en
Wethouders te doen, tot benoeming van twee nieuwe leeraars,
één bestemd voor het onderwijs in de geschiedenis, aardrijks
kunde en Nederlandsche taaleen tweeden voor dat in de wis
kunde. Ook nu vonden wij bij Hun Ed. Achtb. de meeste
bereidwilligheid eu medewerkingen in uwe zitting van den
den 17den November jl. werden de Heeren Matthijs Sal-
verda de Grave en Theodores Elias Beckmann, respec-
tivelijk tot de betrekkingen voormeld, benoemd. Uit de eerste
proeven van beider onderwijs beloven wij ons veel goeds van
hunne aanstelling. De splitsing van klassen op zich zelven
levert hare eigen bezwaren op; als parallel afdeelingen moeten
zij gelijken tred houdenderhalve dient het onderwijs in het
zelfde vak in beide door denzelfden leeraar te worden gegeven.
De scheiding van meer en minder vlugge leerlingen moet gelijk
matig over de eene en andere afdeeling geschieden; zonder dat
loopt men gevaardat de leerlingendie bij het einde van den
cursus weder gezamenlijk onderwijs moeten genieten, niet op
dezelfde hoogte zullen staan. In overleg met den Directeur
hebben wij aan dit beginsel bij de splitsing vastgehouden; uit
de maande]ijksche lijsten en opgaven der vorderingen kan blijken