zijn de beschadiging van schooltafels en banken. Ongetwijfeld vermeerdert aanhoudend de moeite om elke overtreding te voor komen met ’t aantal leerlingen, en niet alle leeraars bezitten in dezelfde mate de gaaf om achting en vertrouwen te winnen. Wij merken daarom gaarne op, dat onze hoogere burgerschool zich ook ten dezen aanzien gunstig blijft onderscheiden. De geest van losbandigheid eens ingeslopendringt w eldra onge merkt door, en wordt zelden weer bedwongenwanneer hem eens de teugel is gevierd. Voegen wij ten slotte bij dit over- zigt, dat de docenten door onderlinge welwillendheid en hulp betoon zoo dikwijls het inspringen voor elkander noodig was, de belangen van het onderwijs hebben bevorderddat de directeur zich trouw van zijne moeijelijke taak gekweten heeft, dan meenen wij den staat van de hoogere burgerschool genoeg zaam te hebben ontvouwd. De Burger-dag- en avondschool heeft onze goede verwachtingen niet teleurgesteld. Wel blijft het getal leerlingen klein, te klein zelfs voor eene Gemeente bevolkt als ’s Gravenltage, en voor het degelijk uitmuntend onderwijs, bedragende het cijfer bij afwis seling van 35 tot 40 knapen in de 2 klassen gezamenlijk; doch de resultaten zijn zóó gunstig, wat de vorderingen in ’t alge meen betreft, en ook door het welslagen van enkelen die de school bezochten, dat zij in haren stillen gang slechts meer behoeft te worden gekénd om allengs in sterkte en invloed te winnen. Wij mogen die goede uikomst grootendeels dank weten aan de gelukkige keus van den directeur en van de 3 leeraars, die met ijver en naauwgezetheid hunne vcrpligtingen nakomen, de aandacht der jeugd weten te boeijen en met juisten tact alles weten te vermijden wat de bevatting van jongens op dien leef tijd te boven gaat. De eerste kern bestond uit discipelen van den heer Br.tbrden tegenwoordige directeurdie hen uit de school aan wier hoofd hij vroeger geplaatst was naar de nieuwe inrigting volgden; deze bragten met liefde voor hunnen onder wijzer eenen geest van orde en ondergeschiktheid mede, die weldadig op de overigen werkte. Vandaar mag deze school een voorbeeld heeten van tucht zonder dwang; van befamelijk ontzag voor de leeraars en tevens gepaste vrijmoedigheid, die

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 140