blijkt, dat deze over het algemeen in bloeijenden staat ver keert, en al moge de praktische rigting van den tegenwoordigen tijd het karakter van Akademie van Beeldende Kunsten van lieverlede in dat van eene inrigting voor de aesthetische oplei ding voor toekomstige ambachtslieden en industriëlen verande ren, aan deelneming van de zijde der leerlingen hapert het niet. Het voortdurend toestroomen van jonge lieden is daarvoor het meest voldingend bewijs. Bij het toelatings-examen bleek het gehalte der aspiranten beter te zijndan dat van vorige jaren; zoodat van de 56 er 46 werden toegelaten. In December 1857 heeft de heer Blüm, directeur der Burger- dag- en avondschooleen onderzoek ingesteld naar de bekwaam heden van 6 leerlingen der 1ste klasse bouwkunde, die zich hadden aangemeld om naar de Rijksmedaille te dingen. Geen hunner voldeed echter aan de eischen om tot het dingen daar naar te worden toegelaten, zoodat er in de eerste klasse geen concours heeft plaats gehad. In de maand September 1868 heeft de Raad, ter voldoening aan art. 6 van het nieuwe reglementeen onderzoek doen in stellen naar de bekwaamheid der leerlingen die tot de 2de klasse bouwkunst wenschten te worden toegelaten. Van de 17 opge roepen leerlingen heeft de heer examinator Bi.üm er slechts 5 kunnen toelaten. Over het algemeen heeft het streven van den Raad om de leerlingen der klassen bouwkunst, die onbedreven bleken te zijn in de technische kundighedennaar de Burger-dag- en avondschool te verwijzen, of hun den weg te toonen, om zich de ontbrekende kennis te verschaftenreeds gunstige uitkomsten opgeleverden vleit men zich dat die prikkel om met de noodige bekwaamheden toegerust, het onderwijs te komen bijwonen, allengs sterker zal worden”. Aan deze bijzonderheden, woordelijk aan het genoemd Ver slag ontleend en meer regtstreeks het middelbaar onderwijs be treffende zouden wij andere mededeelingen kunnen toevoegen als b. v.: de bemoeijingen van den Raad van Bestuur ter reorganisatie van de afdeeling ornament, de veranderingen in het onderwijzers personeel, met name het eervol ontslag van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 143