zaamheden bij den aanvang
ning van den dag moet worden gezocht. Bij de reorganisatie
van het Gymnasium is niet dan na rijp beraad de bepaling
aangenomenwaaraan wij de kundigheden toetsen van hendie
zich ter toelating aanmeldenniemand heeft zich voorgesteld
dat aan het plan van hervorming tot een vierjarigen cursus
geene bezwaren zouden verbonden zijnallengs en gaandeweg
zijn deze verminderd, zoo al niet geheel verwonnen. Het zou
meer dan ligtvaardig zijn op het pas ingevoerd stelsel terug te
komenvóór dat de ondervinding verkeerde gevolgen heeft doen
kennen, die op andere wijze te vermijden zijn, of alvorens de
gebiedende noodzakelijkheid gebleken is om onze instelling in
harmonie te brengen met soortgelijke scholen, die elders op
anderen voet zijn blijven bestaan.
Het personeel der leeraren aan deze afdeeling heeft in het
afgeloopen jaar ééne enkele verandering ondergaan, door het
ontslag van den heer R. Ward Bulkley. Bij den aanvang van
den cursus in September had hij met moed en opgewektheid
zijne lessen hervat, en gedurende een korte poos scheen kracht
van geest en wil over de verzwakte ligehaamsgesteldheid te
zullen zegevieren; doch weldra bezweek de energie, en moest
de afgetobde lijder zijne taak aan een ander overdragen. Onder
dagteekening van 23 October zond hij ons een’ brief, houdende
kennisgeving, dat hij door ongesteldheid buiten staat was om
zijne betrekking aan het Gymnasium waar te nemen, waar
schijnlijk gedurende den geheelen cursus 1867/8; dat hij dus
voor dien tijd verlof verzocht, terwijl hij op zich nam in de
tijdelijke waarneming te voorzien, zijnde de heer T. S. Gomm,
leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Tilburg, genegen
de tijdelijke waarneming op zich te nemen, en dat hij zich
tevens verbond om uiterlijk op 1°. Mei dezes jaars een besluit
te nemen omtrent het al of niet weder opvatten zijner werk-
van den daaropvolgenden cursus.
De schikking kwam ons in het belang der kweekelingen van
het Gymnasium wenschelijk voor, en wij adviseerden in een
schrijven aan Burgemeester en Wethouders tot aanneming van
dit voorstel. Bij Raadsbesluit van 29 October 1867 werd aan
den leeraar R. W. Bulkley uit de gemeentekas eene bijdrage