J. Heemskerk Bz. ’s Gbavenhage, Augustus 1868. F. G. A. Gevers Deynoot, Voorzitter. Secretaris. onderwijs alleen maar van het leven. Aan de vier leerlingen der hoogste klasse zal het getuigschrift worden uitgereikt, in art. 47a der Verordening omschreven. Hunne vorderingen lieten geen den minsten twijfel over omtrent de vraag, of zij de akademische lessen met genoegzame vatbaarheid zouden kunnen aanhooren; zoowel in de hoofd- als in de bijvakken werd een uitmuntend examen door hen afgelegd. Hadden wij niet tot regel gesteld het aantal prijzen zooveel mogelijk te beperken, dan zou aan ieder deze onderscheiding toekomen, want de betrekkelijke waarde toont in het cijfer bijna geen verschil. De beide eersten C. H. Beelaerts van Blokland en W. J. Wintgens, in aanleg en algemeene ontwikkeling iets hooger aangeschreven dan hun mededinger W. van den Bergh (die met een getuigschrift zal worden vereerd)doen voor dezen onder in kennis van het Grieksch; daarbij was laatstgenoemde jongeling gedurende zijn verblijf aan het Gymnasium door be scheidenheid, inborst en voorbeeldige vlijt even aanbevelens waard en geliefd bij allen: de vierde W. d’Ablaing heeft mede bewezen eene plaats te verdienen onder zijne studiegenooten door het verlangen ons kenbaar gemaakt naar voortgezette oefe ning waarvan wij boven gewaagden. Met gerustheid zeggen wij van hen allendat zij den naam van hun geslacht en den roem van het Haagsch Gymnasium waardiglijk zullen handhaven, wanneer zij volharden op het ingeslagen spoor.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 175