VERSLAG omtrent den staat der Koninklijke Muzijkschool in 1868. Overeenkomstig de reglementaire bepalingen hebben wij de eer aan Uwe Excellentie ons Verslag aan te bieden omtrent den staat der Koninklijke Muzijkschool over het jaar 1868. Reeds korten tijd na de indiening van ons vorig Verslag is een aanvang gemaakt met het onderzoek naar de vorderingen der leerlingen gedurende het schooljaar 18671868. Aan dat examen werd ditmaal eene eenigzins gewijzigde inrigting ge geven. In stede van. als vroeger, al de klassen achtereenvol gend op de drie of vier laatste dagen van het schooljaar te examinerenwerd het onderzoek over de zes laatste weken verdeeld, in dier voege dat in elke week op éénen dag en in de gewone schooluren die klassen bezocht werden, welke vol gens den rooster op dien dag onderwijs moesten ontvangen. Deze inrigting leverde het voordeel op, dat aan het examen van iedere klasse meer tijd kon besteed worden, dat dus de gang van het onderwijs en de vorderingen der leerlingen meer in de bijzonderheden konden worden nagegaan, en dat het onderzoek gevrijwaard bleef van den invloed, dien de vermoeijenis van een drie- of vierdaagseh onafgebroken examen tegen het laatst al ligt kan uitoefenen. De uitkomsten van het gehouden examen gaven ons stof tot tevredenheid. Over het algemeen waren de vorderingen der leerlingen zeer voldoende, bij niet weinigen uitstekend, en gaven zij getuigenis van den aanhoudenden ijver en belangstel ling der onderwijzers. In de klassen voor strijkinstrumenten, orgel en solozang werden eenige jongelieden opgemerkt, van welke men, zoo zij op denzelfden weg blijven voortgaan, voor Bijlag» W.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 184