de toekomst schoone verwachtingen mag koesteren. Aan ande ren, die met een goeden en natuurlijken aanleg begaafd zijn, staat het gemis van eene meer beschaafde opvoeding en van intellectuele ontwikkeling in den wreg om eenen hoogeren trap te kunnen bereiken; een gemis hetwelk de taak der onder wijzers, bovenal voor theorie en solozang, uitermate verzwaart, en waarvan, ook bij den meesten ijver en zorg van hunne zijdede schadelijke werking niet meer kan worden weg genomen. Op den aan de onderwijzers toe te kennen lof hebben wij tot ons leedwezen eene enkele uitzondering te vermelden, daal’ één hunner door onverstandige en niet zelden ruwe behandeling zijner leerlingen, aanleiding tot klagten heeft gegeven. De Commissie van Toezigt heeft het noodig geoordeeld hem daar over ernstig te onderhouden, en hem te waarschuwen dat, bij herhaling van gegrond bevonden klagten, in overweging zal moeten worden genomen of het belang der school niet zijne verwijdering zou vereischen. Met het einde van het schooljaar 18671868 is één leerling, de heer S. van Gelde», na volbragten leertijd eervol met •diploma ontslagen, die zich sedert te Amsterdam heeft gevestigd. Aan een drietal jongelieden, die mede den voorgesehreven cursus volbragt hadden, is vergunning gegeven om ter verdere voortzetting hunner theorische studiën nog aan de school te blijven, terwijl wederom eenigen, door de zucht gedreven om spoedig iets te verdienen, de school hebben vaarwel gezegd zonder het einde van hunnen leertijd af te wachten. Het schooljaar 18681869in de maand Augustus jl. ge opend, bragt 54 nieuwe leerlingen voor de zangschool, met de 81 aangeblevenen van vorige jaren uitmakende een getal van 135, waarvan 31 als onvermogend kosteloos tot het onderwijs zijn toegelaten. Als gewoonlijk zijn sedert weder eenigen ver trokken of weggebleven, ten gevolge waarvan het aantal thans nog 123, 74 jongens en 49 meisjes, bedraagt. Van dezen be vinden zich 35 in de eerste, 37 in de tweede en 51, in twee afdeelingen, in de laagste of elementaire klasse. De Muzijkschool telt in het loopende schooljaar: voor viool

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 185