25 leerlingen, waarvan 2 zich bij voorkeur aan de altviool toe wijden; voor violoncel 8, voor contrabas 4, voor fluit 5, voor Oboë 1 voor clarinet 4, voor fagot 1, voor waldhoorn 4, voor trompet 4, voor bazuin 6, voor pauken 3, voor orgel 7, voor theorie of compositie 14, voor solozang 13 en voor piano 74 leerlingen; van welke laatste wederom een zeer groot deel be hoort tot degenen dieofschoon zich niet geheel aan de beoefe ning der muzijk willende toewijden, volgens art. 41 van het reglement tegen betaling van het gestelde schoolgeld tot het onderwijs aan de school worden toegelaten. De omstandigheid dat het getal dezer laatsten van jaar tot jsar is aangegroeid en dat zich ook weder bij den aanvang van dit schooljaar meer leerlingen van deze kategorie aanmeldden dan er plaatsen door het vertrek van anderen waren openge vallen, zoodat de oprigting van nieuwe klassen noodzakelijk zou geweest zijn om allen te kunnen aannemen, heeft geleid tot overweging der vraag, of dergelijke onbepaalde vermeerde ring van het getal pianoleerlingen wel in het belang van de school en van het onderwijs te achten waren. Deze vraag na rijp beraad in ontkennenden zin beslist zijnde, is besloten het aantal der leerlingen voor de piano tot een maximum van 75 te beperken; van de bij art. 41 bedoelde jongelieden slechts zoo velen aan te nemen, als waarvoor, na aftrek van het getal vaste leerlingen, plaats overschiet, en, zoo het noodig mogt blijken, nadere maatregelen te beramen om den te groo- ten toevloed te doen verminderen. Dien tengevolge zijn reeds dadelijk eenige der nieuw aangemelde pianoleerlingen niet aan genomen. De oefeningen voor kamermuzijk en orchest hebben weder geregeld plaats. Aan de eerste nemen 20 der meest gevorderde leerlingen deel. Bij de laatstgemelde zijn, onder medewerking van enkele oud-leerlingen, alle partijen, met uitzondering van de 2de oboë en 2de fagot, bezet. Onder de leerlingen der Muzijkschool zijn er 19 van elders te weten: 1 van Voorburg, 1 van Nootdorp, 2 van Leiden, 3 van Delft, 1 van Maassluis, 2 van Rotterdam, 1 van Haarlem 1 van Alkmaar, 1 van Groningen, 2 van Vlissingen, 1 van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 186