24.55
Mejonkvrouw J. C. Onder de Wijngaard Canzius aan de
armen der gemeente besproken legaat groot f 100. f
en 2°. het aandeel in de erfstelling door wijlen
den heer J. J. Gosselin ten behoeve der armen te
’sGravenhage, eene som van- 1537.00
welk laatstvermeld bedrag is belegd in eene inschrijving in het
Grootboek der Nationale 2j pCt. rentegevende schuld, groot
f 2800 nominaal, zoo als uit den aan het slot van dit verslag
mede te deelen staat der bezittingen van het Burgerlijk Arm
bestuur nader zal blijken.
Terwijl het Burgerlijk Armbestuur in het algemeen mag ver-
klared, dat de toestand van het armwezen der gemeente,
zoo als ook uit de hier en later volgende opgaven duidelijk
kan worden, zich ook in het afgeloopen jaar als vrij gunstig
heeft doen kennen, en de uitvoering der verschillende ook
van Hoogere Besturen ontvangen voorschriften en bepalingen
geene moeijelijkheid heeft ondervonden, meent het bij den ge-
regelden gang zijner administratie, die niets heeft opgeleverd,
wat in het bijzonder onder de aandacht van den Raad zou be-
hooren te worden gebragt, naar den gewonen vorm voor het
verslag aangenomen, thans te kunnen overgaan tot de volgende
opgaven.
Blijkens de vaste lijst bedroeg het aantal bedeelden bij de
eerste uitdeeling in Januarij 1868:
417 alhier armlastige gezinnen, uitmakende 861 personen,
destijds gezamenlijk bedeeld met 249.70 in geld en 709 brooden
’sweeks, benevens 293 portiën spijs daags, eene geldswaarde
vertegenwoordigende van f 157.64 ’sweeks; en
77 gezinnen, uitmakende 193 personen, voor rekening van
andere gemeenten ondersteund, te zamen tot een bedrag van
f 51.55 in geld, en 93 brooden ’sweeks, benevens 20 spijs-
portiën daags, tot een geldelijk bedrag van f 9,69j per week.
Bij die eerste uitdeeling bedroeg alzoo het personeel der be
deelden en het bedrag der aan hen uitgereikte ondersteuning
te zamen een cijfer van 494 gezinnen uitmakende 1054 personen
met een’ wekelijkschen onderstand van f 301.25 in geld en 802
Ned. ponden roggebrood, benevens 313 portiën spijs daags, een