L Terwijl even als vorige jaren de bedeeling werd ingetrokken van die gezinnen, waarvan het hoofd aan den van wege de gemeente of de Commissie uit de algemeene armenvergadering verstrekten winterarbeid was geplaatst, zijnde 40 bedeelden met eene wekelijksche ondersteuning te zamen van f 11.40 in geld en 69 brooden, benevens 66 spijskaarten; of in sommige gevallen, bij ziekelijke omstandigheden van het gezinverminderd, hetgeen het geval was met 4 gezinnen tot een bedrag van f 1.60 en 2 brooden ’sweeks, verviel bij het eindigen van het winter- saizoen de onderstand voor de tijdelijk bedeelden geheel, en werd in daartoe gehouden buitengewone bijeenkomsten, zoo hier als te Scheveningende bedeeling der overigen aan eene her ziening onderworpen. Dientengevolge werd de bedeeling geheel ingetrokken voor 294 gezinnen, te zamen uitmakende 1277 personen, tot een bedrag van f 22.65 in geld, 552 Ned. ponden brood en 461 spijsportiën; terwijl die van 218 gezinnen uitmakende 445 per sonen werd verminderd met een bedrag van f 4.30 in geld, 9 Ned. ponden brood en 261 spijsportiën. Hierdoor en ten gevolge der sedert 1 Januari) plaats gehad hebbende mutatiën, werd de lijst der bedeelden teruggebragt op 460 gezinnenuitmakende 898 personenbedeeld met f 282 en 765 brooden ’sweeks; welke cijfers, in verhouding tot hetzelfde tijdstip des vorigen jaars, met betrekking tot het aantal be deelden 11 gezinnen meer, doch ten aanzien der ondersteuning een eenigzins minder bedrag aanwijzen. Voorts biedt de hier volgende staat een volledig en naauw- keui'ig overzigt aan van het aantal bedeelden en de hun gezamenlijk verstrekte ondersteuningen op verschillende tijd stippen des jaarsdie bij vergelijking met die van vorige jaren eene vrij gunstige verhouding doen kennen, hetgeen te meer in het oog springt, wanneer men daarbij in aanmerking neemt de steeds toenemende bevolking der gemeente.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 202