Algemeene beschouwingen. VERSLAG der Kamer van Koophandel en Fabrieken, nopens den staat van Handel, Nijverheid en Scheepvaart in de Gemeente ’s Gravenhageover het jaar 4868. De algemeene toestand van handel en nijverheid deed zich, gedurende 1868, eenigzins gunstiger voor, dan in de beide daaraan voorafgaande jaren. De gezondheidstoestand van menschen en vee was verbeterd. Na het gelukkig bedwingen der runderpest werden een tal van Regeringsmaatregelen buiten werking gestelddie hoe nuttig overigens tot bestrijding der kwaal, welke reeds zoo lang aan onze nationale welvaart had geknaagd nogtans zeer nadeelig werkten op het handelsverkeer van dit gewest met het buitenland inzonderheid met Engeland. De voorspoedwaarin landbouw en veeteelt zich mogten verheugen, deelde zich eenigennate mede aan de overige takken van ons volksbestaan. Het besten dige schoone weder in den afgeloopen zomer voerde het aantal bezoekers der badplaats Scheveningen tot eene buitengewone hoogte op, en onze Gemeente genoot ruimschoots de voordeelen van het levendig bezoek der residentie. Intnsschen was het geschokt vertrouwen nog geenszins her steld, en oefenden de aanzienlijke uitgaven wegens krijgs toerustingen in schier alle Rijken van Europa bij voortduring denzelfden verlammenden invloed uit op groote handels- en andere ondernemingenwaardoor de jaren 1866 en 1867 zich reeds op zoo treurige wijze hadden onderscheiden. Wantrouwen Bijlage II. I.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 238