B. BVITENLANDSCHE HANDEL. Door het Gemeentebestuur werden in 1868 afgegeven 89 cer- De verlevendigde aanbouw was van gunstigen invloed op den handel in houtwaren. De handel van de Heeren v. d. Schooben en v. Gogh neemt ten deze de voornaamste plaats in. Het getal der etablissementen van dien aard werd, aan het einde van 1868, vermeerderd met dat van den Heer J. S. Maxwii.s. Aangaande den kleinhandel en de winkelnering valt weinig anders te zeggen, dan in ons vorig verslag; n. 1. dat zij lijden onder de steeds toenemende concurrentie. Ook omtrent de loskraan aan het Ziekenbehoorende aan de Ijzergieterij „de Prins van Oranje”, kan worden herhaald, dat daarvan met succes werd gebruik gemaakt. Of het gebruik der waag niet voor uitbreiding vatbaar ware zou kunnen blijken, wanneer de op dat gebruik gestelde regten op gelijken voet werden gebragt met die te Rotterdam, Delft en Leyden, alwaar zij aanzienlijk minder bedragen. In dien zin luidde dan ook ons advies, dd. 15 October 1868, n°. 35, aan Heeren Burgemeester en Wethouders op de vraag, die zich bij de behandeling der Ontwerp-Gemeentebegrooting voor 1869 had voorgedaan: of eene verlaging van het in deze Gemeente be staande tarief van waagregten van gunstigen invloed zou kunnen zijn op het gebruik der waag. Zooals reeds in ons vorig verslag werd vermeldbestaat hier geen eigenlijke handel in granen. De koornbeurs, die in 1855 reeds kwijnde, ging langzamerhand te niet. (Wij verwijzen naar hetgeen omtrent deze aangelegenheid voorkomt in Hoofdstuk XI.) De aankoop van granen voor de consumptie geschiedt op de markten van Delft, Leyden en Rotterdam. De handel in bloem breidt zich, door toenemende bevolking en vermenigvuldigde gelegenheid tot verzending allengs uit. De fabriek van de Heeren Koechlin en Comp. gevoegd bij ver schillende depots, ook van elders gevestigde fabrieken, bieden van dit artikel steeds ruimen voorraad.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 245