eene krachtige tusschenkomst mogt kunnen worden verleend. Tot regtvaardiging van onze vrees doen wij opmerken, dat de vissehersvloot in het afgeloopen jaar geene uitbreiding heeft ondergaandat de aanbouw zelfs verminderd is. De oorzaak daarvan is niet ver te zoeken. Zooals bekend is en in ons vorig Verslag reeds werd aan gestipt, vestigde zich te Scheveningen eene naamlooze maat schappij, onder den naam van de Nederlandsche maatschappij „de Toekomst”, tot exploitatie der Zeevisscherij. Zij had in 1868 reeds 7 logger- en kotterschepen in de vaart gebragten andere ondernemers bragten in hetzelfde tijdvak 4 loggerschepen in de vaart. Aangezien deze vaartuigen niet op het strand kunnen komen moest, als uitgangspunt voor die vaart, naar eene haven worden omgezien, waartoe aanvankelijk die van Maassluis en Vlaardingen werden gekozen. De resultaten, met deze snelloopende en uiterst doelmatig ingerigte vaartuigen verkregen, zijn van dien aard, dat die der bomschepen daarmede onmogelijk in vergelijking kunnen komen. En nu ligt het toch voor de hand dat, naarmate de uitkomst der visscherij met de nieuwe logger- en kotterschepen voordee- liger isde visscherij zich meer en meer zal verplaatsen. Reeds nu verlaten vele en voornamelijk de bekwaamste visschers Scheveningenom zich te Vlaardingen of Maassluis te vestigen. En die verplaatsing zal gestadig en op grooter schaal toe nemen, zoodra het gezigt der voordeelen, welke de nieuwe methode oplevert, de gehechtheid aan de oude zal hebben overwonnen. De visscherijen en reederijen zullen zich vestigen waar zij voor hun bedrijf de meest gschikte havens aantreffen. Neemt men aan, dat deze moeten worden gezocht in de onmid dellijke nabijheid van de kust, dan zullen ook de havens in de Maas en aan het Nieuwe Diep eerlang het toevlugtsoord worden voor de geheele Nederlandsche visscherij. Wat zou Scheveningen een ruim voordeel hebben kunnen trekken uit dezen veranderden staat van zaken, indien aldaar eene zeehaven bestond of nog werd aangelegd; en wat zullen de nadeelen belangrijk zijn, indien deze uitblijft en de visschers- vloot het Scheveningsche strand zal hebben verlaten!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 250