De behoeften voor Scheveningenin ons vorig Verslag opge noemd, bleven, op eene enkele uitzondering na, onbevredigd. Ofschoon tot nog toe eene der voornaamste visschersplaatsen van Nederland, mist zij nog altijd eene voldoende vischmarkt, en betalen hare bewoners nog altoos tol, wanneer zij hun han- Men schatte toch het verlies van dezen voornamen tak van bestaan niet te gering. De volgende bijzonderheden kunnen misschien de overtuiging vestigen, dat de aangelegenheid voor ’s Gravenhage en Scheveningen geenszins van gewigt is ontbloot. De visscherij brengt, zelfs in haar tegenwoordigen toestand, jaarlijks ongeveer een millwen gulden op; en veilig mag men aannemen dat de werkzaamheden, noodig om die waarde aan gevangen visch in den handel te brengen, eene uitgaaf van ten minste de helft van dat bedrag vorderen. In die opbrengst deelt de opvarende bemanning voor ruim een derde; de exploitatie kosten vorderen mede meer dan een derde; het overschietende, na aftrek der kosten van onderhoud zijner schepen, maakt de winst uit van den reeder. Bovendien komen nog ten laste der vischhandelarende transportkosten van de fabelachtige hoeveel heden haring en andere vischwelke heinde en verre in den handel worden verspreid de kosten van mandenmakerswerk en van dagloon voor het schoonmaken en sorteren van den visch. Men berekent de uitgaven voor de bereiding en het vervoer van de bokking op 4 per duizenduitmakende voor de p. m. 60,000,000 stuks in 1868 in afslag gebragt, nagenoeg f 240,000. Voor hen, die onbekend zijn met den eigenlijken omvang zier visscherijmoge het onwaarschijnlijk klinkentoch is het zoodat in het afgeloopen jaar ongeveer 20,000 is betaaldom den uit zee aangebragten haring per as, van de schepen aan het strand, te vervoeren tot in het dorp; en dat enkel het telloon van diezelfde hoe veelheid f 9000 vorderde. Wat moet er van Scheveningen en gedeeltelijk ook van ’s Gravenhage worden, wanneer al deze verdiensten ophoudenmaar tegelijk ook het aanzienlijk kapitaal dat de zee jaarlijks, vrijwillig en zelfs zonder rente guarantie aan de visschers van Scheveningen schiet, naar elders wordt overgebragt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 251