I
De zeepziederij van den Heer S. A. Levisson ondervond ook
in 1868 het nadeel der concurrentie van onbelaste surrogaten,
die op den konden weg tot zeep worden verwerkt en waarvan
de bleekers zich, zeer ten nadeele der te reinigen goederen,
bedienen. De vraag om afschaffing of verbetering van de wet,
regelende de belasting op zeep, van die zijde telkens herhaald,
mag voorzeker niet bevreemden.
De bij ons ontvangen berigten aangaande de distilleerderijen
luiden gunstig. Hetzelfde kan gezegd worden ten aanzien der
fabrieken van Chemicaliën van de firma J. Mouton Zonen
en van J. L. T. C. Snabilié; alsmede van de sedert twee
jaren alhier in werking zijnde fabriek van minerale wateren
van H. C. F. Couwenbebg.
Inzonderheid wordt door de voornaamste fabriekanten van
chemicaliën alhier aangedrongen op het nemen van krachtige
regeringsmaatregelen tegen den smokkelhandel, die zoo belem
merend is voor den verkoop van alcohol, en op uitbreiding van
den vrijdom voor gemethyleerd gedistilleerd. Van die zijde
wordt tevens sterk geklaagd over de ruwe behandeling der goe
deren aan de grenskantoren.
De te Scheveningen gevestigde fabriek van bouwmaterialen
uit Cementsteen, van den Heer Jac'. Pleijsiee, gaat, hoewel
op niet groote schaal werkzaam, eenigzins vooruit.
De toestand der in 1868 voor het.eerst met stoomkracht wer
kende tabaks- en eigaren fabriek van den Heer S. Couwenbebg,
is voldoende. Tot de daarin aangebragte verbeteringen behoort
verder een machinale kerfbank.
De toestand der Brood- en Meelfabriek, onder directie van
den Heer F. W. v. d. Putten, is gunstig. Zij mag geacht
wordenvolkomen op de hoogte van den tijd te staan en zich
eene toekomst te hebben verzekerd. Ook in 1868 zijn de be
staande werktuigen weder belangrijk uitgebreid en vermeerderd
met eene scheepsbeschuitmachine. Het getal vaste arbeiders
vermeerderde met 4en bestaat thans uit 74 werklieden boven
de 16 jaren, behalve het kantoorpersoneel en de depothouders.