19 op de bepaalde diepte gehouden, en wij vermeenen te kunnen verklaren, dat de toestand dezer werken zeer vol doende was, al wil men ook erkennen, dat bij toenemende scheepvaart het vaarwater niet diep en breed genoeg zou zijn en de legplaatsen ontoereikende zouden worden. Moge eenmaal de verbetering van den Waterweg naar de Maas tot stand komen, dan zal de behoefte aan meer los- en ladingplaatsen Wel grooter worden, maar dan voorziet de ontworpen haven ook in die behoefte, terwijl het grootste aantal schepen buiten de stad blijft en voor het vaarwater dus waarschijnlijk geen grooter eischen zullen gedaan wor den. Ook de bruggen werden naar behooren onderhouden; de voorgenomen verandering bij het vroegere Armhuis maakte het overbodig, iets aan de bruggen op dat punt te doen, en die aan den Benoordenhout en bij den Wasse- naarschen weg zijn, in afwachting van vernieuwing, tijdelijk in bruikbaren staat gebragt en gehouden. Als werken van aanleg en verbetering, die in 1868 werden uitgevoerd, verdienen vermelding: het maken van een vak kaaimuur langs het Groenewegje over eene lengte van 275 ellen; het verhoogen en met basaltsteen afdekken van den kaaimuur langs den Zuidwal en de Dunne Bierkade; het vervolgen der beschoeijing aan de losplaats te Sche- veningen over eene lengte van 160 ellen; het verhoogen en verwijden der brug bij de Aschstalen het verbreeden en verdiepen der vaart bij de Aschstalen met de beschoeijing; het leggen eener nieuwe brug over de vaart naar de Afzanderij, die het begin daarstelt der waterpartij in het Scheveningsche Bosch; het verwen der bruggen, de vernieuwing van dekken en rijvoeringenhet voegen van kaaimuren en het teeren van schoeijingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 25