Li ons vaderland het burgerregt verkregenwijzen weder eene be duidende verbetering aan. Meer en meer wint de overtuiging veld, dat de groote Republiek hare verpligtingen zal gestand doenen zoowel aflossing als rentebetaling in goud zal bewerk stelligen. Niets geeft ook regt om het tegendeel vol te houden. De Amerikanen zijn een volk van handelaren, die te goed weten welke waarde het crediet heeft. De mannen, die er aan het hoofd staan, zijn geen grondbezitters zooals in Oostenrijk, die weinig of geen belang hebben bij de publieke fondsen. De Unie bloeitzooals geen land in de oude wereldde bevolking groeit sterk aan; het nationaal vermogen neemt buitengewoon snel toe en het land begint zich geheel te herstellen van de nood lottige gevolgen van den grooten oorlog. Waar dan ook de schuld delging niet de vlugt neemt, dien sommigen zich hadden voor gesteld, mag niet uit het oog worden verloren, dat het totaal bedrag dier schuld niet zoo kolossaal isin vergelijking met de cijfers der staatsschuld, die bijv. Engeland, Frankrijk, Oosten rijk en Rusland te aanschouwen geven. In Braziliaansche fondsen valt evenzeer eene niet onbelang rijke rijzing op te merken; hetgeen te meer mag bevreemden bij het steeds voortduren van den oorlog tegen de Republiek Paraguay, die evenwel thans als geëindigd mag worden be schouwd door de jongste overwinning der geallieerden bij Au- gustusa. In 1865 heeft Brazilië eene leening gesloten van 5,000,000 pd. st., die men veilig mag aannemen dat door de oorlogskosten zijn verslonden. Zoodra de vrede gesloten is, staat hoogstwaarschijnlijk eene nieuwe leening te wachten; en dan laat het zich aanzien, dat het oude fonds zich moeijelijk op den bestaanden koers zal kunnen handhaven. De voornaamste hier te lande verhandeld wordende Ameri- kaansche Spoorwegwaarden zijn in 1868 alle belangrijk gerezen. Illinois aandeelen bereikten eenmaal zelfs den cours van 114 pCt.daarna kwam er reactie, zoodat zij, op 31 December 1868, op 103 pCt. sloten, tegenover 94 pCt. op 31 December 1867. Geconsolideerde Atlantic stegen van 17 tot 43 pCt..

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 269