3de sectie. 4de sectie. 2de Sectie. Solo-Djoedjo. Kedoeng-Djattie-Willem I. Bij eene nadere naauwkeurige opname is bevonden, dat het totaal grondverzet op deze sectie zal bedragen 2,498.860 kub. slaagd, het spoor over de half voltooide baan tot Kedoeng-Djat- tie door te trekken en drie locomotieven met de noodige wagens naar laatstgenoemde plaats over te brengen. Men moest echter later tot het besluit komen, om de zeepachtige klei uit de af- schuivingen op te ruimen en door goeden aan te voeren grond te vervangen. Op die wijze zijn eindelijk de gebreken van de aardebaan hersteld; zoodat er, tijdens het uitbrengen van het Verslag, alle grond was om aan te nemen, dat de exploitatie ook van dit gedeelte der 1ste Sectie op dat oogenblik reeds was begonnen of eerlang een aanvang zou nemen. In de eerste plaats werd een aanvang gemaakt met de ont eigeningen, voor zoo ver die nog gevorderd werden en voorts met den bouw van drie bruggen. De aardewerken op deze sectie zullen niet van belang zijn. Kedoeng-Djatlie-Solo. Sedert Februari) is men met het leggen der spoorstaven be gonnen, en dit wordt nu onafgebroken voortgezet. Aanvanke lijk werden daags ongeveer 150 strekkende el spoorstaven gelegd; doch nu en dan is reeds eene betere uitkomst verkregen en heeft men het zelfs tot 300 el gebragt. Door het uitloven van premien tracht men dezen arbeid te bespoedigen. Met het oog op den stand der werkzaamheden tijdens het uitbrengen van het Verslag liet het zich aanzien, dat al de kunstwerken in deze sectie, in den aanvang van 1869 en de aardebaan iets later geheel kunnen zijn voltooid.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 274