van
N°. 26.
king, dat de Post-administratie te weinig waarborgen
veiligheid zou aanbieden.
4°. om eene betere regeling van het brievenvervoer tusschen
’sGraven/iage en de plaatsen, gelegen aan den Hollandschen
spoorweg, voornamelijk Amsterdam, bij het hiernavolgend adres
’sGravenhage, 9 July 1868.
De Kamer van koophandel en fabrieken te 'sGravenhage
neemt de vrijheid, üwer Exeellentie’s aandacht te vestigen, op
den toestand van het brievenvervoer tusschen de residentie en
de plaatsen, gelegen aan den Hollandschen spoorweg, en wel
voornamelijk de Hoofdstad.
Het gemis van een ambulante dienst op dien spoorweg is
oorzaak, dat het postverkeer niet zóódanig is ingerigt als in
deze dagen van snelle communicatie wenschelijkja noodig mogt
worden geacht.
Van de acht treinendie dagelijksch loopen tusschen 's Gra-
venhage en Amsterdam zijn vier sneltreinen; en aangezien met
deze geen brievenpakketten worden verzonden, blijven er slechts
vier over, waarvan de administratie der Posterijen gebruik maakt.
De gevolgen van deze regeling zijn tweeërlei:
vooreerst: dat de brieven natuurlijk langer onderweg blijven,
dan wanneer zij met de sneltreinen werden verzondenten andere
dat er groote gapingen bestaan tusschen het vertrek der posten.
De Kamer behoeft er slechts op te wijzen, dat er tusschen
des voormiddags 10.40 en des namiddags 3.30 en dus in
een tijdsverloop van bijna vijf uren geen post in de rigting j
van Amsterdam vertrekt. Voor beursorders is de post van 10.40
meestal te vroeg, en die van 3.30 natuurlijk te laat. Noch de
een, noch de ander is dus voor het handeldrijvend publiek van
eenig nut; en toch doet de Hollandsche spoorwegmaatschappij
in dat tijdsverloop twee sneltreinen loopen: te 1.9 en te 3 ure.
Werd eerstgenoemde de zoogenaamde „beurstrein” aan
het brievenvervoer dienstbaar gemaaktdan zou men tot ongeveer
12.40 met de verzending der beursbrieven kunnen wachten.
Hoezeeruit den aard der zaakvoor den handel van minder