belangrijke
maal daags tusschen ’s Gravenhage en Botterdamruimschoots
in de behoefte der briefwisseling was voorzien.
Tot den Minister van Binnenlandse he Zaken wendde zich de
Kamer met het onderstaande verzoek, om binnen de kom van
Seheveningen een telegraafkantoordes noods met beperkte dag
dienst in te rigten.
N°. 16. ’s Gravenhage18 Mei 1868.
De Kamer van koophandel en fabrieken te ’s Gravenhage
heeft de eer, de aandacht van Uwe Excellentie te vestigen,
op de dringende behoefte die er voor Seheveningen bestaat aan
sneller en goedkooper telegraphisch verkeerdan het te ’s Gra
venhage gevestigd telegraafkantoor aan deze zoo
visschersplaats aanbiedt.
Wel bestaat er des zomers, bepaaldelijk gedurende het bad-
saizoen, een zoodanig kantoor; doch Seheveningen mist deze
nuttige instelling juist in een tijd, dat het daaraanals visschers-
en handelsplaats, de grootste behoefte heeft: in het voor- en
najaar.
Seheveningen maakt op deze wijze eene treurige uitzondering
op bijna alle gemeenten in ons land, waar handel en nijverheid
op groote schaal worden uitgeoefend en waar, in verband
daarmede, telegraafkantoren zijn gevestigd. En zeker is het
ontmoedigend voor den nijveren visscher en handelaarde goede
zorg gade te slaan voor het genoegen en het gemak der bad
gasten; terwijl hun, die zooveel bijdragen tot de welvaart der
gemeente en den nationalen roem van Nederland, de gelegen
heid tot een gemakkelijk en goedkoop telegraphisch verkeer
wordt onthouden.
De Kamer erkent dat het getal telegrammen gedurende het
badsaisoenin betrekking tot de visscherij en den handel in
visch van Seheveningen verzonden, geringer is dan het cijfer
der telegrammen, dat aldaar gedurende die maanden wordt
ontvangen. Maar zij verzoekt Uwer Excellentie met bescheiden
heid te bedenken, dat te Seheveningen gemiddeld jaarlijks voor
een MiLLioEN gulden aan visch wordt verhandeld, en dat
die omzet grootendeels plaats vindt in de eerste en laatste