r
22
HOOFDSTUK VI.
Medische en Genieente-Politie.
a.
voor zoo veel bekend is, in een goeden staat verkeeren
en weinig of geen reden tot klagten hebben opgeleverd.
De toestand der begraafplaatsen van kerkgenootschappen
en bijzondere personenwaarmede bedoeld worden de
Roomsch Cath. Parochiale begraafplaats, de Ned. Israëlitische
begraafplaats, de Port. Israëlitische begraafplaats en die
ter Navolging, is zeer voldoende; het onderhoud dier be
graafplaatsen geschiedde met de meeste zorgvuldigheid.
Buitengewone maatregelen ter bevordering van den ge
zondheidstoestand en ter voorkoming en genezing van
ziekten werden gelukkig in dit jaar niet gevorderd; de
gezondheidstoestand was over het algemeen zeer goed,
zoo als blijken kan uit het Verslag van het Collegie van
Gemeente-geneeskunstoefenaren (zie Bijlage L), en ofschoon
de sterfte ongunstiger verhouding opleverde dan in 1867,
zoo als reeds in het eerste Hoofdstuk werd opgemerkt,
schijnt de oorzaak daarvan niet dadelijk gelegen te zijn
geweest in den minder gunstigen staat der algemeene ge
zondheid.
Door de welwillendheid van den Heer Inspecteur van
het geneeskundig Staatstoezigt in deze Provincie, zijn wij
in staat gesteld als Bijlage M een overzigt te geven van
de oorzaken van het overlijden, waarbij niet alleen, zoo
als in Bijlage Fde verdeeling over de verschillende
maanden, maar ook die naar den onderscheiden leeftijd
der overledenen is gemaakt.
Over 1868 zijn geen heerschende ziekten te vermelden,
MEDISCHE POLITIE.
L.