44
h. Bijzondere Hoogere Burgerscholen.
Instellingen van dien aard bestaan alhier niet.
De verdere rubrieken dezer afdeeling, in het voorschrift
des Verslags aangegeven, zijn evenmin van toepassing op
deze Gemeente.
vuldigheid is uiteengezet in het meergemelde Verslag
(Bijlage Q). Wij mogen de kennisneming van dat Verslag
daarom ook bijzonder aanbevelenterwijl wij alleen daaruit
overnemen de mededeeling, dat het toenemend getal leer
lingen de splitsing van klassen heeft gevorderd en dat
hieraan de vermeerdering van het aantal leeraren is toe
te schrijven.
Even als in vorige jaren wordt het programma der lessen,
thans voor het schooljaar 1868/9, achter dit Verslag ge
voegd als Bijlage S.
In den staat der schoollocalen is een belangrijke ver
betering ontstaandoor het verplaatsen der tweede afdeeling
van het Gymnasium naar een ander gebouw in het Lage
Westeinde. De vermelding hiervan zou evenwel eerst in
het volgend Verslag te huis behooren, ware het niet, dat
door dezen maatregel de plannen van aanbouw en uit
breiding aangehouden werden, waarover in 1868 sprake
is geweest en die men ongaarne met stilzwijgen voorbij
gaat, met het oog op de klagten over gebrek aan ruimte,
in het vorig Verslag opgenomen.
De bezoldigingen der leeraars werden vermeld in het
Gemeenteverslag van 1866. De twee nieuwe leeraars wer
den aangesteld op eene wedde van f 1600 ’sjaars.
Het bedrag der schoolgelden beliep de
som vanf 7,795.
en de uitgaven voor het onderwijs hebben
bedragen- 27,688.965