52 Met betrekking tot het getal armen regtstreeks door het Gemeentebestuur, zonder tusschenkomst van armbesturen, ondersteund, verwijzen wij naar de, nevens dit Verslag, gevoegde tabel, welke tevens eene aanwijzing bevat van de te dier zake gedane uitgaven en ontvangsten over 1867. (Bijlage EE, n°. 1). Verder gedragen wij ons ten aanzien van de overige in de Gemeente bestaande Instellingen van Weldadigheid, bedoeld bij de alinea’s a en d van art. 2 der Wet van den 28sten Junij 1854 (Staatsblad n°. 100), aan de verder hiernevens gevoegde tabellenals van Besturen voor huiszittende armen (Bijlage EE, n°. 2); Hieromtrent in bijzonderheden te treden, zou ons te ver leiden, maar wij zijn in staat gesteld, als Bijlagen achter dit Verslag te laten volgen: het verslag van Inspectores der Gemeente-apotheek (Bijlage Z); een tabel van de Zieken- en Begrafenisbussen in de Gemeente (Bijlage AA); den staat van het gebruik der 's Gravenhaagsche Wascli en Badinrigting (Bijlage BB); het verslag van het Bestuur der Vereeniging tot ver betering der woningen van de arbeidende klasse (Bijlage CC); eene opgave der uitkomsten van het duinwerk, van wege de Commissie uit de Algemeene Armenvergadering (Bijl.DD); terwijl wij verder mogen wijzen op de nuttige strekking der spijsuitdeelingen gedurende den winter, die plaats had den door de Commissie tot instandhouding der soepkokerij van de voormalige Armeninrigtingvan wege de inrigting Vincentius da Paulo en door de Israëlitische spijskokerij. INSTELLINGEN DOOR OF VAN WEGE DE GEMEENTE BEHEERD OF GESUBSIDIEERD.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 58