60
Omtrent de diensten tot vervoer van reizigers en goe
deren, hetzij over de gewone, hetzij over de spoorwegen,
veroorloven wij ons eveneens naar het meergemelde ver
slag (Bijlage II) te verwijzen, omdat wij slechts in her
haling zouden moeten komen van hetgeen daarin gezegd
is, wilden wij hieromtrent zelf in bijzonderheden treden.
Dit onderwerp geeft ons aanleiding tot de herinnering aan
twee belangrijke bijzonderheden. In de eerste plaats moeten
wij berigten, dat de Heeren Swaan en van Heliningen,
onder dagteekening van uit". December 1867, eene circu
laire tot de aandeelhouders der Nederlandsche Internationale
Spoorweg- en Havenmaatschappij hebben gerigtdie zij bij
missive van den 21 sten Januarij 1868 ons toegezonden
hebbentot mededeelingdat zij van de concessie voor den
aanleg eener zeehaven te Scheveningen en van de daarmede
in verband staande spoorweglijn hebben afgezien en de
gestorte gelden zullen doen teruggeveneen besluit waar
door voor het oogenblik het plan eener zeehaven geheel
op den achtergrond is gebragt en dat derhalve ons, vooral
met het oog op de belangen der visscherij te Scheveningen
met leedwezen heeft vervuld, terwijl wij gaarne willen
erkennen, dat ook de concessionarissen voor al hunne
zorgen en bemoeijenissen een betere uitkomst hadden ver
diend.
De tweede bijzonderheid is de poging, welke wordt aan
gewend om eene verbetering van den waterweg naar de
Maas tot stand te brengen. Het belang dezer Gemeente
in die verbetering zal door niemand ontkend worden en
uit dien hoofde mag men hopen, dat de Commissie, die
zich met dit plan onledig houdt, er in slagen moge de
verlangde concessie voor die onderneming te bekomen.
b.
MIDDELEN VAN VERVOER TE LANDE.