de huishoudelijke dienst een huismeester-boekhouder een machinist, een hulpmachinist eene linnenvrouw-naaister een portier, drie huisknechten, een looper, twee keukenmeiden, en zes werkmeiden. Met betrekking tot het gebouw zij gezegd, dat het, behalve eenige verrigtingen van minderen aard, aan de buitenzijde en in de mannenzalen werd geverwd. Ook werd het voor een groot gedeelte gewit. De gaz-inrigting vorderdewegens het springen der oude vijf nieuwe retorten. Op daartoe gedaan aanzoek, mogten wij de toezegging ont vangen van het doen aanbrengen van meerder daglicht in de operatiekamer en van de aanschaffing van een nieuw badtoestel, (horizontale douche), beide in 1869. Wat de huishouding aangaat, de wijze waarop die gevoerd wordt, is goed te noemen. Genaderd aan de opname en verpleging van lijders in het Gasthuis, verwijzen wij, voor het tarief van verpleegkosten naar dat, opgenomen in het vorig Verslag, dat ook voor dit jaar onveranderd bleef. Voor meerdere bijzonderheden ten dezen opzigte voegen wij, in afschrifthiernevens een verslag van den Geneesheer-Directeur. Alleen zij hier in het midden gebragt, dat van af den 21sten Julij 1868 tot en met den Bisten December daaraanvolgende zijn verstrekt 85 medische baden, als 71 koude en 14 warme, aan lijders buiten het gesticht. Gelijk U bekend iswerd hiertoe gelegenheid gegeven in het jaar waarover dit Verslag loopt. Nog blijft ons over een kort overzigt te geven van ons geldelijk beheer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1868 | | pagina 96