r. 2”. 3°- 4”. f I Naarmate het Museum toeneemt in voorwerpen van allerlei aard, schijnt het bezoek te verminderen. Slechts 17 kaarten werden afgegevendie toegang verleenden aan 47 personen. Vreemdelingen komen het Museum slechts zeldzaam bezig- tigen. Toch behoeft het niet achter te staan bij soortgelijke verzamelingen in ons land of in den vreemde. Het bevat een groot aantal hoogst merkwaardige voorwerpen van oudheidkundige waarde, die echter thans wegens de zeer kleine en geheel ondoelmatige localiteit niet behoorlijk kunnen worden gerangschikt of geplaatst. Wil men de belangstelling, allereerst van de ingezetenen der Gemeente, in het Museum opwekken en voortgaan met bijeen te brengen wat op de ge- een eeredegen gelegateerd door den gepensioneerden kolonel der infanterie H. R. Heijebman, indertijd ont vangen van het corps officieren van het gewezen 1ste bataillon, 1ste afd. mobile Zuidhollandsche schutterij, als bewijs van aandenken aan Z. H. EdG., toegevoegd ge weest aan gemeld bataillon als majoor, en drie spiesenvroeger en het laatst nog gebruikt door de geregtsdienaars bij gelegenheid van criminele executiën, in leenbruik van Zijne Excellentie den Minister van Justite. Deze voorwerpen zijn bereids in goede orde terug ontvangen. twee vaandels gediend hebbende bij optogten. ti. met het oude wapen der schutterij en die van den Haat/ en Scheveniiu/en in de hoeken, en de spreuk Craignczhonteen l>. met de wapenen van 'sGravenhat/e, Oranje en Holland; een zilveren bazuin met het jaartal 18 Nov. 1815, waarop gegraveerd staat „geschenk van P. 8. van Oosthvyse, oud Capiteyn Luitenant van het tweede Rot der voor- maalige Groene Compagnie Schutterij van ’silage”, met het wapen der schutterijwaarin in eene strik daarboven geplaatst de woorden staan Vivat-Oranje”. Fecit E. B. Joosten Junior.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 113