Bijlage N.
’s Gbavenhage, den 25sten Maart 1870.
I
Ingevolge art. 30 der Algemeene Instructie voor de Gemeente
Geneeskunstoefenaren hebben zij de eer aan het Burgerlijk
Armbestuur te ’s Gravenhage te berigten:
dat het Gollegie onderscheiden malen in het afgeloopen jaar
door Heeren Burgemeester en Wethouders werd uitgenoodigd
een onderzoek in te stellen naar de meer of minder gegronde
klagten over den ongunstigen toestand van woningenslooten
en riolen en daaraan blijkens de ingediende rapporten zoo vol
ledig mogelijk heeft voldaan.
dat ondanks meerendeels hieruit is gebleken hoezeer de be
hoeftige ingezetenen zoowel door den slechten staat hunner
woningen als door de schadelijke uitwasemingen der riolen
onder en der slooten rondom die woningen levende, gelukkig
van kwaadaardige ziektens bevrijd bleven en er geen ware
epidemiën hebben geheerschtwaartoe de ruimer toediening
van deugdzaam drinkwater uit het toenemend aantal opgerigte
Northon-pompen welligt gunstig heeft bijgedragen en waarover
wij ons in het belang van de gezondheid dier bevolking zeer
verblijden.
dat het aantal zieken doorloopend niet buitengewoon groot
was te noemen en de Geneeskundige dienst even naauwgezet
in het belang der lijders als der Gemeente is betracht.
dat het Gollegie van Gemeente Geneeskunstoefenaren ten
slotte de vrijheid neemt het Burgerlijk Armbestuur bescheiden
te herinneren nog altijd inwachtende te zijn de toestemming
der wijziging op de lijst der in de Gemeente-Apotheek voor
handen geneesmiddelen, reeds een jaar geleden aangevraagd
en omtrent de daartegen geopperde bezwaren van het Gollegie
van Heeren Inspecteren aan het Burgerlijk Armbestuur inge
diend door nadere inlichtingen destijds onzer zijde wederlegd.
Namens het Gollegie van Gemeente-Geneeskunstoefenaren,
Dr. G. H. Mvllee, Voorzitter.
Dr. Hendeik de Jong, Secretaris.