n
T)
T)
n
n
3291 meisjes
44 minder
r>
r
r>
r>
r
n
T)
aan
Ridder hoofdonderwijzeresse.
n
i r>
n
huisonderwijzeresse.
n
sonen te ’s Gravenhage verblijf houdendevergunning verleend
hier te lande onderwijs te geven.
De verklaring bedoeld bij art. 37, litt. c, der wet van 13
Augustus 1857 (Stbl. n°. 103) is afgegeven
Mejufvrouw M. de
H. A. Krooneman,
Den heer K. Veeger, hoofdonderwijzer.
Mejufvrouw T. J. Duffels hoofdonderwijzeresse.
M. J. Schippers hulponderwijzeresse.
T. P. M. Flooren,
A. M. P. Kuikhoven,
M. A. SuETENS
T. P. Bieren
A. Takse,
E. J. van den Bosch,
M. L. Soffers, hulponderwijzeresse.
Den heer P. Schagen Jr., hoofdonderwijzer.
Mejufvrouw A. II. Nieuwenhuijs huisonderwijzeresse.
De opgaven door de hoofdonderwijzers verstrekt, betreffende
het aantal kinderen, dat op den löden Januarij, löden April,
15den July en löden October onderwijs genoot, zijn medege
deeld in den bij dit verslag gevoegden staat.
Uit die opgaven, te zamen getrokken en gedeeld door 4, 3
of 2 naar mate zij voor dezelfde school vier, drie of slechts
tweemalen zijn verstrekt, blijkt, dat het gemiddeld getal der
in 1869 schoolgaande kinderen is geweest:
5357 jongens of 9 meer dan in 1868,
5227 meisjes 13
dus 10584 kinderen,
waarvan kosteloos onderwijs hebben genoten:
3193 jongens of 48 minder dan in 1868
4 meer
dus 6484 kinderen uunuw
Door de oprigting van het schoolverbond te Utrecht en van
eene afdeeling daarvan te ’s Gravenhage is in 1869 eene krach-