afdeeling 6 jongens en 11 meisjes, die de school verzuimden,
terwijl de kinderen uit de vijfde en zevende afdeeling allen school
gingen. De reden van het schoolverzuim voor de laatste 35 uit
de 2de, 3de, 4de en 6de afdeeling was voor 1 bekrompenheid
van geestvermogens, voor 5 ziekte, voor 8 verzuim der ouders,
die evenwel hebben beloofd hunne kinderen naar school te zul
len zenden, terwijl de overige 21hoewel reeds hebbende school
gegaante huis blevenóf omdat hunne ouders hen in de huishou
ding noodig hadden óf wel geene zorg voor hen droegen. Einde
lijk in de achtste afdeeling (Sheveningen) bepaalde zich het
schoolverzuim tot 34 jongens en 25 meisjes, die hetzij uit
armoede, hetzij om iets te verdienen van de school wegbleven.
Door de gunstige beschikking van Burgemeester en Wethou
ders van 16 April 1869 is eene som van ƒ50 verleend tot
oprigting eener derde schoolbibliotheek aan de gemeenteschool
in de Nieuwe Schoolstraat, terwijl ƒ25 zijn gegeven voor elk
der scholen in de Jufvrouw Idastraat en Achterraamstraatten
einde de daar reeds opgerigte bibliotheken te onderhouden en
uit te breiden.
Omtrent het gebruik dier bibliotheken is ons door de hoofd
onderwijzers het volgende medegedeeld:
Door dien in de Nieuwe Schoolstraat, dat die bibliotheek be
vat 60 nummers, waaruit aan de leerlingen der hoogste klasse,
die zich het meest hebben onderscheiden door getrouw school
bezoek en goed gedrag, telkens voor acht dagen een boekwerk
wordt uitgeleend: het getal dier uitgeleende boeken bedraagt
wekelijks ongeveer twaalf en de gunstige werking van dien
maatregel blijkt vooral daardoor, dat die klasse zich meer dan
vroeger in goed gedrag onderscheidt en zij de minste afwezigen
telt. Ieder leerling legt er zich op toe dat hij met een boek
begunstigd wordt, terwijl hij verpligt is daarna den hoofdinhoud
van het gelezene mede te deelen. Ook de ouders, uitgenoodigd
hunne opmerkingen mede te deelen, hebben door min of meer
juiste aanmerkingen van hunne belangstelling in het gebruik
dier bibliotheek de bewijzen gegeven en getoond het bezit daar
van op hoogen prijs te stellen.
De hoofdonderwijzers der tusschenscholen in de Achterraam-