J, wijs met daaraan verbonden inrigting tot opleiding van onder wijzeressen, op te rigten, mogt uwe goedkeuring niet ver werven. Bij de beraadslagingen over dit onderwerp is door sommigen uwer, die tegen eene gesubsidieerde school waren gestemd, ge zegd, dat zij eerder zouden genegen zijn er eene van gemeente wege op te rigten. Mogt daartoe aan een voorstel worden gedaanzoo vertrouwen wijdat die zaak door U in aandach- tige overweging moge worden genomen. Iedere gemeente-armenschool te 's Gravenhage is bestemd voor 600 leerlingen; doch sommige dier scholen kunnen dit getal niet bevatten. Bepaald is dit het geval met de school op het Kortenboschdie school heeft eene oppervlakte van 25086 vierk. decimeters en zouden dus, wanneer overeenkomstig het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 11/18 October 1859 aan ieder kind 70 vierk. decimeters werd gegeven, slechts 358 leerlingen daar mogen worden toegelaten; er zijn evenwel 486 kinderen op die school, en moet dus de plaatselijke school commissie bij herhaling wijzen op het onvoldoende van dit gebouw. Even onvoldoende is de school op de Ammunitiehaven. Wel is waar geldt die aanmerking niet op de nieuwe schoollokalen op den Zwarten Weg en in de Lepelstraat, doch mist men daar de noodige ruimteomdat de drie afdeelingen van gelijke grootte zijn gemaakt, en men bij het bouwen er niet op bedacht is geweest, dat voor de laagste klassen een grooter lokaal noodig is dan voor de volgende, daar het getal leerlingen langzamer hand door overlijden, vertrek als anderzins vermindert. Bij gemis aan ruimte moet men zich in die scholen voor de laagste klasse nu met minder doelmatige tafels behelpenhetwelk vooral bij de schrijfoefeningen hinderlijk is. De steeds vermeerderende bevolking zal spoedig den bouw eener nieuwe gemeenteschool noodig maken. Het is ons toch gebleken, dat afgescheiden van de cijfers, hierboven omtrent het eigenlijk gezegde schoolverzuim medegedeeld, op 1 October 1869 waren toegelaten op de school:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 148