Het toezigt op het onderwijs.
dag- en avondschool, en den 25/28 Junij 1869 in de plaats
van den heer van Tihel, de heer N. J. Singels.
Den Sisten December 1869 bestonden hier 5 gemeentebe-
waarscholen, waarvan 1 te Scbeveninijenen 12 bijzondere;
onder de laatste is niet medegerekend die van de wed. Kaspeb
geb. Goltebman, die vroeger daartoe wel vergunning heeft
verkregen, doch hare school nog niet heeft geopend.
Het onderwijzend personeel, verbonden aan de gemeentebe-
waarscholen, bestond den 31sten December 1869 uit vijf be-
waarschoolhouderessen21 helpsters en 23 kweekelingen. Het
getal der toegelaten kinderen bedroeg 2283, waarvan 1152
jongens en 1131 meisjes.
Aan de bijzondere bewaarscholen waren den 31sten December
1869 werkzaam 1 hoofdonderwijzer en 11 bewaarschoolhoude-
ressen met 16 helpsters en 46 kweekelingen. Het getal kinderen
aldaar toegelaten bedroeg op dien datum 2402 of 1113 jongens
en 1289 meisjes.
Hetgeen in de vorige verslagen omtrent de onwettig bestaande
klcinkinder- of matressenscholen is gezegd, blijft steeds van
toepassing.
In 1869 hebben 11 personen gevraagd de acte van algemeene
toelating van bewaarschoolhouderesse. Na een ingesteld onder
zoek, waarbij niet te veel is gevorderd, zijn van haar 7 toe
gelaten en 4 bij het gemis der gevraagde kundigheden afge
wezen.
Het gemeentebestuur had den 9den Januarij 1869 te betreuren
het overlijden van Mr. H. baron Collot d’Escuby, Wethou
der dezer gemeente. Was zijn dood een groot verlies in de be
langen van velerlei aard, welke aan zijne zorgen waren toe
vertrouwd, ook het onderwijs verloor in hem een krachtigen
beschermer. In zijne plaats is later, door Burgemeester en
Wethouders, bij besluit van 15/19 Maart 1869 met het toezigt
der gemeentescholen op de Ammunitiehaven en in de Lepelstraat
en de gemeentebewaarschool op de Voldersgracht belast de Wet
houder Mr. C. A. van deb Kemp.