9
regelende de invordering dier belasting, van den 14den
December 1869 (Verz. nü. 348).
Vier verordeningen van verschillenden aardals
van den 9den Maart 1869 Verz. n°. 337)tot aanvul
ling der verordening op de jaarmarkt of kermisvan den
26sten February en loden April 1856
van den 13den Julij 1869 (Verz. nu. 338), tot nadere
wijziging van art. 12 van het reglement voor de bank
van leening te ’s Gravenhage
van den 21sten September 1869 (Verz. n°. 342), op de
algemeene begraafplaats
van den 7den December 1869 (Verz. n°. 345), tot wij
ziging der Verordeninghoudende voorschriften omtrent
het gebruik van de Gemeen te waagvan den 17 den Ja
nuary 1860; en
Twee instructiën, als:
voor den huismeester-hoekhouder van het Gasthuisdoor
ons vastgesteld den 5den February 1869, Verz. n°. 335en
voor den ijker van het botervaatwerk binnen de gemeente
’s Gravenhage, vastgesteld den 7den December 1869, (Verz.
n°. 346.)
Geen dezer verordeningen werd vernietigd of geschorst.
Van de voornaamste in den Gemeenteraad behandelde
onderwerpenis de beknopte en zakelijke opgave als volgt
de Gemeentebegrooting voor 1870;
de Gemeenterekening over 1868;
de verordeningen op de algemeene begraafplaats;
het gebruik van honden als trekdieren, een voorstel tot
afschaffing der hondenbelasting enz.;
de ijk op het botervaatwerk en de wijzigingen der ver
ordening op de botermarkt en op de waag;
de verpachting der Scheveningsche tollen
de oprigting van een locaal voor concerten en groote
vereenigingen
i