wachten alvorens eene nieuwe openbare aankondiging te doen. Onder 6 mededingers naar de openstaande plaatswas slechts ééndie bij de wettelijke vereischten de onmisbare ondervin ding in het lesgeven aan talrijke klassen verkregen had, de éénige dus ook die bij ons ter aanbeveling kon in aanmerking komen. Het was de heer R. A. J. Roetebink, Leeraar in het regtlijnig teekenen aan de rijks hoogere burgerschool te Veendamdie bij Raadsbesluit van den 24sten Augustus be noemd, eerst in de maand October zijne lessen alhier heeft kunnen aanvangen. Een tweede verlies onderging de hoogere burgerschooldoor het ontslag bij Raadsbesluit van den 31sten Augustus verleend aan Dr. J. W. G. van Oobdt, op diens verzoek en eervol, ten einde uitsluitend aan de 2de afdeeling van het Gymnasium te worden verbonden. Wij eerbiedigen de redenen, die dezen Leeraar hebben bewogen tot het doen van dezen stap; want zij vloeijen voort uit een edele bron, een hooggaand pligtsbesef. De heer van Oobdt bezit deze zeld zame eigenschapdat hij ieder’ ander’ eer en meer voldoet dan zich zelvenhij meende dat zijne methode voor leerlingen eener middelbare school minder geschikt was te achten, kon zich allerminst met het denkbeeld verzoenen om de klasse te beschouwen als eene eenheidmaar stelde op zelfstandige ontwikkeling van elk individueel den hoogsten prijshij klaagde over geringe belangstelling in zijn onderwijs, en was met de vruchten en resultaten van zijne rustelooze inspanning niet voldaan. Misschien deed de aantrekkelijkheid der klassieke studiën haren invloed geldenalthans hij gaf aanstonds gehoor aan ons voorstel om zijnen werkkring aan de hoogere burger school te verwisselen met de betrekking van Leeraar aan die van voorbereidend hooger onderwijs. Aan een meermalen uitgesproken wensch der beide docenten in de natuur- en scheikunde ter verkrijging van eenen amanu ensis bij hunne lessenis voldaan door de aanstelling van Antoon Soeteb bij Raadsbesluit van den 2Osten April 1869 van elders gunstig bekend, en die goede diensten aan onze school bewezen had bij het herstellen van beschadigde werk tuigen. Sedert de verplaatsing van den voormaligen pedel en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 176