4 De Commissie van toexigt over de scholen van middelbaar onderwijs te ’s Gravenhage. zoodat bijv, het gedrag geen invloed moet hebben op de cijfers der betrekkelijke vorderingen. Augustus 1869. ringen in die maand dan hijdie bij het einde van het jaar met 70 is aangewezen, maar de laatste is daarom toch verder gevorderd en weet meer dan hijdie slechts in de eerste maand het cijfer 90 heeft behaald; men kan alleen de cijfers der be trekkelijke waarde voor een zelfde maand of voor een zelfde tijdstip van den leercursus onderling vergelijken; reeds bij den aan vang van het schooljaar kan een leerling het cijfer 100 ver krijgen, indien hij al de vruchten van het onderwijs in die maand verkregen heeft, die men in redelijkheid van een uit muntend leerling kan verwachten. Het cijfer der betrekkelijke vorderingen heeft overigens alleen betrekking tot de verkregen kundigheden, welke overigens het gedrag of de vlijt van den leerling moge geweest zijn; omtrent deze laatste hoedanigheden geven de afzonderlijke kolommen de vereischte inlichtingen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 189