Vondel’s Leven en Batavische Broeders met de
eene andere klasse behandeld gaf evenzeer ge-
van glorierijke herinneringentot
en aan-
kweeking van vaderlandsche gezindheid. De rector heeft met
groote zorgvuldigheid de lessen derwijze ingerigt, dat geschie
denis en taalkunde elkander aanvulden en steunden. De meest
gevorderde jongelingen der vierde klasse gaven bij het afscheids-
examen proeven van mondelingen voordragt, die zoowel van
aanleg en gave van mededeeling getuigden, als van studie en
wel besteden tijd: los, ongedwongen, vrijmoedig, soms met
keurigheid van uitdrukking, legden deze sprekers eene ver
trouwdheid met de gekozen of opgegeven onderwerpen aan den
dag, die wel verdient dat wij van deze oefeningen met lof ge
wagen. Ook voor de volgende rubriek d. „de Fransche taai
en letterkunde” hoorden wij soortgelijke, overdachte improvi
sation, in zuiver, vloeijend Fransch, zonder tusschenpoozen
en met eene gemakkelijkheid uitgesproken, die zelfs een’ ge
boren Franschman tot eere zou strekken. Vlijtige lezing van
de klassieke schrijvers, zoowel uit de eeuw van LodewijkXIV
als van onzen tijd, en gemeenzaamheid met hedendaagsche ge
schiedschrijvers straalden er in door: enkelen voegden er fijne
opmerkingen bijzoo dikwijls het noodig was de voorgedragen
stukken tegen onze bedenkingen te verdedigen. Bij het onder
vragen van leerlingen in de lagere klassen bewees de heer
ChStelain, dat hij zich de meer achterlijken en zwakkeren
onder henniet minder dan de vlugsten aantrekteene onwaar
deerbare eigenschap in ieder onderwijzer, omdat zij zelfver
loochening vordert, en door en in pligt besef alleen hare be-
looning vindt. Dit jaar waren er in elke klasse eenigen aan
ger had den gordel van negen sterke steden aan het vrijge
vochten land geschonkenen toen werd de gulden vrucht ge
plukt, die op den eedlen boom gegroeid was.” Met groote
voldoening hebben wij ontwaard, dat de beoefening der vader
landsche letteren voortdurend op prijs wordt gesteld, en dat
meer uitgebreide kennis der voortbrengselen van vreemden
bodem althans niet verkregen is ten koste van eigen, inheem-
sche schatten,
leerlingen van
legenheid tot opwekking
waardering van nationale kenmerkende eigenschappen,