klasse geboetseerd mag men wezenlijk een welgeslaagde proef heeten. Op de Internationale Tentoonstelling van voorwerpen voorde huishouding en het bedrijf van den handwerksman, indenafge- loopen zomer te Amsterdam gehoudenheeft ook deze inrigting ingezonden eene geheele categorie van teekeningendie als het ware de geheele geschiedenis der Akademie bevatten. Behalve die teekeningen en plannen zijn ook de kundigste leerlingen uitgenoodigd gewordenmodellen en boetseerwerk, ter Akademie vervaardigddaarbij in te zenden. De uitslag daarvan is geweest, dat niet alleen het ingezonden werk bij onderlinge vergelijking eene bijzonder gunstige plaats innam, maar dat de Jury het een zilveren medaille der 2de klasse waardig keurde. Onder die tentoongestelde teekeningen en plannen bevonden zich ook verscheidene die, gedurende den laatsten cursus ver vaardigd, bekroond waren door de Jury. Het gevolg hiervan was dat de prijsuitdeeling zonder die bekroonde teekeningen moeijelijk kon plaats hebben. De Raad heeft het dus beter geacht, deprijsuitdeeling uit te stellen tot 1870, doch de bekroonde leerlingen hebben niettemin voorloopig kennis gekregen van de door hen behaalde prijzen. Tot de opsomming van deze gebeurtenissen en statistische op gaven bepaalt zich dit verslag. De finantieele toestand behoeft hier slechts met een enkel woord te worden aangestipt. De hierna volgende staat van ontvangsten en uitgaven der Akademie over het afgeloopen jaar is een treurig bewijs, dat de finantieele steun der leden allengs vermindert en stijging der uitgaven en voortdurende afneming der ontvangsten, gelijk de hierboven aangehaalde missive in het breede uiteenzet, reeds dit jaar tot een deficit zullen leiden. Van jaar tot jaar werden de uitgaven grooter en moest een gedeelte van het batig saldo tot aanvulling strekken. De geldmiddelen zijn daardoor allengs zoo uitgeput geworden, dat de Akademie op deze wijze zonder het aangevraagd verhoogd subsidie niet kan blijven bestaan. De Raad van Bestuur blijft dus afwachten de beslissing van Burgemeester en Wethouders, waaruit blijken zal op welke wijze men het bestaan wil verzekeren van een instelling, die

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 238