26 f. Gemeente-begraafplaatsen. De toestand der algemeene begraafplaats, vroeger be kend onder de benaming van Burgerlijke, mag zeer vol doende geacht worden; aan haar onderhoud werd met zorg de hand gehouden en alles werd aangewendom den aanleg en de beplantingen te verbeteren en uit te breiden. In den loop des jaars werden vier nieuwe grafkelders bij gebouwd, waaraan door voortdurenden verkoop steeds behoefte blijft bestaan; de gevels van het gebouw werden geverfd, de muren gevoegd, de rasterwerken hersteld en geteerd en verder alles verrigt, wat tot bewaring van het gebouw strekken kan. De geheele uitgaaf voor dit onderwerp bedroeg 2324.24. De twee volgende aannemingen werden in betrekking tot de begraafplaats gesloten: het onderhoud der begraafplaats met G. IJ. de Haas, voor de som van 450 en het maken van vier grafkelders met P. W. F. de Jong, voor de som van f 700.81. De verschillende verfwerken werden voor 200 opge dragen aan den huisschilder J. L. W. v. d. Klugt. Wij houden ons onledig met de inrigting der begraaf plaats naar de voorschriften der wet van den lOden April 1869 n°. 65. In verband met die wet is de verordening van den 21sten September 1869 vastgesteld en worden de regten geheven krachtens die van den 30sten November 1869, terwijl bij Raadsbesluit van 8 October 1869 wijzigingen zijn gebragt De levering van den benoodigden basaltsteen voor de bedekking der kaaimuren over eene lengte van 312 meters, werd opgedragen aan de handelaars A. Koper en Zoon te Schiedam, voor de som van f 1809.85.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 32