28 HOOFDSTUK VI. Medische Politie. a. De algemeene gezondheidstoestand liet in het afgeloopen jaar niet veel te wenschen over; de acuter het verslag ge voegde Bijlage M, die ons door den Heer Inspecteur van het geneeskundig Staatstoezigt van de provincie Zuidholland welwillend werd toegezonden en die de aanteekening bevat der sterfgevallen naar de oorzaken des doods en den leeftijd der overledenen, bevestigt die meening omdat zij eene geringe sterfte aangeeft en geen ziekte als heerschende vermeldt. Bovendien verklaart het Collegie van gemeente- geneeskunstoefenaars in zijn Verslag (zie Bijlage N), dat het aantal zieken doorloopend niet buitengewoon groot was te noemenen ook die verklaring mag beschouwd worden als eene bevestiging van het gevoelen, dat de algemeene gezondheidstoestand niet ongunstig was. Wij vermelden derhalve dankbaar, dat geen heerschende ziekten in onze gemeente werden opgemerkt, doch moeten tevens doen opmerken, dat die gunstige toestand ons geenszins uit het oog heeft doen verliezen de be hoefte aan goed drinkwater, in welke behoefte moet voor zien worden, wil men een goeden gezondheidstoestand voortdurend trachten te bevestigen. Het voorloopig middel tot voorziening in die behoefte was voor ons gelegen in de welboringen op Amerikaansche wijze, waardoor wij in 1869 reeds tien algemeene pompen konden plaatsen, die allen overvloedig water geven; dat water is volgens schei kundig onderzoek onschadelijk en zeer goed drinkbaar, ook al mist het op sommige plaatsen nog de gewenschte hel derheid. (Zie het rapport van Dr. W. F. Koppeschaar, bijblad 19 October 1869 pag. 219 en 220). Medische en «wemeente-Policie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 34