50
b. Bijzondere Teekenscholen.
Openbare hoogere burgerscholen.
c.
het afgeloopen jaar f 422.20terwijl de kosten van het
onderwijs over 1869 hebben bedragen f 5,934.22.
39
44
34
29
13
De verwijzing naar het Verslag (Bijlage R) zou hier
voldoende zijnmaar naar vroegere gewoonte stellen wij
ons voor, over de hier bedoelde inrigting, bekend onder
den naam van Academie voor de beeldende kunsten
nog onder de afdeeling Kunsten en Wetenschappen
onze beschouwingen mede te deelen.
Zij wordt door de Gemeente geheel bekostigdnoch
van het Rijk, noch van de Provincie werd tot heden
eenig subsidie daarvoor genoten.
Het Verslag van de Commissie van Toezigt voor het
middelbaar onderwijs (Bijlage R) geeft ons het regt tot
de verklaringdat de staat van het onderwijs zeer vol
doende is en die verklaring wordt bekrachtigd door het
steeds toenemend aantal leerlingen. Die toeneming gaf
De eerste afdeeling van het Gymnasiumzijnde eene
hoogere burgerschool met vijfjarigen cursusis de eenige
inrigtingdie onder deze rubriek gerangschikt kan worden.
Daaraan zijn verbonden: een directeur (tevens leeraar)
en 13 leeraren.
De hoogere burgerschool had in 1869 een getal van
159 leerlingen, verdeeld over de verschillende klassen
lste klasse
2de
3de
4de
5de
r
n