Met betrekking tot het getal armenregtstreeks door het Gemeentebestuurzonder tusschenkomst van arm besturen ondersteundverwijzen wij naar denevens dit Verslag gevoegde tabelwelke tevens eene aanwijzing bevat van de te dier zake gedane uitgaven en ontvangsten over 1868. (Zie Bijlage FF, n°. 1.) opgenomen. Uit het verslag dier nuttige inrigting over 1869 blijktdat zij 12 Diaconessen heeft en nog beschik ken kan over 3 vrouwen buiten het gestichtdie als waaksters hulp verleenende eersten hadden 2300 en de laatsten 307 verpleegdagen. In het gesticht werden 12 kranken verpleegdwaarvan 4 gratisen buitenshuis werden 73 gezinnen door de hulp der inrigting in de ziekenverpleging bijgestaan. Het comité vraagt in dat verslag naar wij hopen niet te vergeefs de toenemende medewer king van stadgenooten voor het goede doel, dat het beoogt, en dat door ieder voorzeker zal worden toegejuicht. Verder gedragen wij ons ten aanzien van de overige in de Gemeente bestaande instellingen van weldadigheid, bedoeld bij de alineas a en d, van art. 2 der Wet, van den 28sten Junij 1854 (Staatsblad n°. 100)aan de almede hiernevens gevoegde tabellen 19 als van Besturen voor huiszittende armen (FF nu. 2). Genootschappen die aan schamele armen onderstand verleenen (n°. 3). Genootschappen tot het verleenen van onderstand aan behoeftige kraamvrouwen (n°. 4). Godshuizen (niet zijnde ziekenhuizen of geneeskundige gestichten voor krankzinnigen (n°. 5). r 60 INSTELLINGEN DOOR OF VAN WEGE DE GEMEENTE BEHEERD OF GESUBSIDIEERD.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 66