65 HOOFDSTUK XII. NijverheidHandel en Scheepvaart. vele mocijelijkheden voordoen, bestond de veestapel alhier uit 9 dekhengsten 1318 veulenmerriën, veulens en werkpaarden, 174 ezels en muilezels, 7 springstieren 623 melkkoeijen en melkvaarzen 23 kalveren en pinken 280 schapen, 2 houders van schaapskudden 54 geiten en bokken, 190 varkens. Verder bleek bij die telling dat het pluimvee bestond uit 3200 hoenders 30 kalkoenen 84 eenden en 5 zwanen. De Kamer leed op 5 November 1869 een gevoelig ver lies door het overlijden van het lid, de Heer P. de Meijer, en in die zelfde maand ontving zij de mededeeling, dat de Heer C. J. Gaade voor zijn lidmaatschap bedankte. De twee opengevallen plaatsen zullen eerst in 1870 wor den aangevuld. De middenprijzen van de veld- en tuinvruchten, het ooft, het vee, de boter, de kaas, het hout en de schors, zijn met de ter markt gebragte hoeveelheden opgenomen in den staat, die als Bijlage II achter het Verslag is gevoegd. 1. kamer van koophandel en FABRIEKEN. 5

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 71