66 II. Fabrieknijverheid en ambachten. a. De onder deze rubrieken verlangde opgaven zijn ver meld in den staat, die als Bijlage JJ achter het Verslag volgt. De Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft die opgaven verzameld en ze ons medegedeeldonder bijvoeging van een verslag, waarvan wij zoo in dit als in het volgend Hoofdstuk gedeelten zullen overnemen, ter beantwoording der ons gestelde vragen. In dat verslag leest men onder het opschrift Fabrieks- Nijverheid Ook in 1869 onderging het getal stoomwerktuigen in ver schillende fabrieken vermeerdering. Een werd er geplaatst in de houtzagerij van J. S. Maxwils een in de vischnetten- fabriek van M. Parseb en een in de courant- en boekdrukkerij van C. A. van Reijn. Het getal der aanwezige stoomwerktuigen in het etablisse ment van de firma L. J. Enthoven en 0°.in de ijzergieterij de Prins van Oranje, en in de meubelfabriek van de firma H. P. Mutters,en Zoon werd met één vermeerderd. In ’s Rijks geschutgieterij werd een stoomketel bijgeplaatst. Het stoomwerktuig van 2 paardenkracht, in de fabriek van chocolade en suikerwerken van W. N. Raaijmakers aanwezig werd vervangen door een van 6 paardenkracht. Als nieuw opgerigte fabriek kan vermeld worden de Neder- landsche eau de cologne/abriek van Deeser en Peeetier die zoowel in hoedanigheid als in prijs de concurrentie met het buitenland volhoudt. Daarentegen heeft de fabriek van gouden en zilveren borduursels en militaire ornamenten van T. A. Riet stap en Zoon opgehouden te bestaan. De toestand van de ijzergieterij en fabriek van stoom- en andere werktuigen van de firma L. J. Enthoven en C°. was naar de verschillende vakkenzeer uiteenloopend. Eenige NIJVERHEID.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1869 | | pagina 72